Het grasveld

'Ja, doe ik vanavond!' Ik lach terug. 'Maar ik moet maar weereens naar huis, Zig verveelt zich. Tot de volgende keer!' Ik keer me nog steeds lachend om en loop met mijn handen in mijn zakken naar huis.

'Okee is goed! See you!' ik lach en draai me om terwijl ik wegloop. Ik pak mijn mobiel uit mijn tas en lees de smsjes die ik heb gekregen.

Met mijn hond Jamie loop ik het Central Park in. De huskey-pup loopt kwispelend voor me uit. Ik fluit en roep, "Jamie, hier". Het hondje komt naar me toe gesprongen en ik pak hem op. "Rustig..."
Ik loop naar een van de bomen die in het midden van het park staan en laat Jamie weer los. Ik gooi een bal en zzzie hoe hij daar achter aan gaat.

Met mijn hondje Leo loop ik over het grasveld. Hij dribbelt vrolijk op en neer. De bruine duitse-herder pup kan niet wachten om los te gaan. Ik grinnik en laat hem los.

Ik zie Demi lopen en zwaai. "Heeeeii,"
Ik zie Leo ook lopen en glimlach, gelijk spurt Jamie er heen. Druk kwispelend komen ze naar me toe. Ik gooi de bal weer en weg zijn ze.
Ik zie Demi langzaam dichterbij komen en besluit te vragen waarom ze zo deed bij Miltons.

'Hai.' zeg ik blij. Ik verveelde me al, dus dit is een goed moment om lekker te kletsen.

"Haai, ik wilde je iets vragen, waarom deed je zo bij Miltons?"
Ik kijk Demi vragend aan.

'Oh, ik moest snel thuis zijn.' zeg ik schouderophalend.

"Oke," Ik kijk glimlachend. "Maandag hebben we een science toets toch?"

'Oh, shit!' roep ik uit. Met een scheef kopje kijkt Leo, die de bal voor mijn voeten heeft gelegd, mij aan. Ik gooi hem terug. 'Vergeten te leren.'

Het is gewoon té warm vandaag. Ik maak mijn tas open en pak mijn knalblauwe Babycakes zonnebril. Ik neem ook meteen een slokje water. Ik kijk richting de bomen. Zijn dat nou Demi en Chloe?

Ik zie Kaia. 'Hey, Kai!' roep ik. Leo rent op haar af. Zelf zet ik ook mijn pradazonnebril op en loop naar haar toe.

Jeps, dat zijn mijn meiden. 'Konichiwaaa!' roep ik. Ik zie Leo en aai hem over zijn bol. Zo´n lief beest. Ik loop in de richting van de twee.

'Haaai!' zeg ik, en geef haar een knuffel.

'Alloha!' Ik knuffel terug en loop naar Chloe en geef haar ook een knuffel.

'Hoestie?' vraag ik blij.

'Jaa goed, met jouw?' zeg ik overhappy terug. Ik kijk naar Chloe, ze is weer lekker afwezig.

'Super!' roep ik hyper.

Met Boris loop ik door Central Park. Het viel vandaag wel mee hoe koud het was en ik bedacht me dat ik vanavond wel zin had om is goed los te gaan. Als we ver het grasveld op zijn gelopen laat ik Boris los en hij sprint gelijk weg. Ik laat me achterover vallen op een bankje en pak een grote stok. 'Boris!' Als ik zijn aandacht heb gooi ik de stok weg. Door het dollen heen rent hij erachteraan om hem vervolgens weer terug te brengen.

Ik pak de bal die Leo net op de grond heeft gedropt. Hij kijkt me vragend aan en ik gooi de bal zover mogelijk als ik kan. Ik plof neer op de grond en wacht totdat Leo terugkomt. Als hij terug is gooi ik hem weer weg. Ik kijk schuin omhoog naar Demi.

In een grijze joggingsbroek kwam ik met wiegende heupen het grasveld opgelopen. Licht hijgend keek ik rond, dagelijks hardlopen viel af en toe niet mee en zeker niet als je rookte. Een bankje trok mijn aandacht en ik liep er naartoe en plofte er neer. Eventjes keek ik om me heen, naar wat voor mensen er op dit moment in het park waren. Zuchtend keek ik weer voor me uit toen er bijna niemand was. Mijn gedachten gingen terug naar die jongen van laatst. "Wat was zijn naam ook alweer?" fluisterde ik haast in mijzelf. "Logan, Logan Murrey.. Dat was het!"

Ik zit op een bankje en kijk af en toe even over het grasveld, mensen die met hun honden aan het rennen waren trokken mijn aandacht en ik bleef even kijken. Af en toe nam ik een slok van mijn milkshake en checkte mijn smsjes. Natuurlijk wist ik dat je een geluidje hoorde als er een binnenkwam, maar toch..

Na een lange tijd loop ik weer door Central park met Ziggy. Het is een drukke tijd geweest, maar nu heb ik eindelijk weer een beetje tijd voor mezelf. Ik plof neer op een bankje en zucht.

Na een tijdje sta ik op en loop met Ziggy naar het meer. Hij wil vast even zwemmen.

Op mijn gemak loop ik door het park met mijn nieuwe hond. Ik was er nu al helemaal dol op. 'Sasha!' roep ik als ze te ver weg rent. Vrolijk komt ze naar me toegerend met een veel te grote stok. Ik begroet haar door haar vlug over haar kop te aaien en gooi de stok weg. Snel dribbelt ze er achteraan en dat geeft mij weer tijd om even rustig op een bankje te gaan zitten.